Een advocaat aan het werk in de Engelse Old Bailey in 1842

Een advocaat aan het werk in de Engelse Old Bailey in 1842

De vereniging van Nederland en België in 1815 ging niet zonder slag of stoot. Eén van de belangrijkste verschillen betrof de taal. Werd in het noorden Nederlands gesproken, in het zuiden was Frans de voertaal. Om de eenheid te bevorderen voerde Willem I een agressieve taalpolitiek. Als gevolg hiervan werd ook de voertaal in de zuidelijke rechtbanken Nederlands.

Hier hadden nogal wat zuidelijke advocaten die het Nederlands niet machtig waren grote moeite mee. Toen een niet nader genoemde advocaat voor een Belgische rechtbank een verzoek wilde indienen voor de teruggave (‘remise‘) van een bepaalde zaak, pakte hij een groot woordenboek en verklaarde vervolgens ‘Mijnheer de president, ik vraag een koetshuis’. De president riep verbaasd ‘Wat!’, waarop de advocaat stoïcijns herhaalde dat hij een koetshuis (‘une remise pour voitures‘) wilde, de rechtbank in vertwijfeling achterlatend.

Het was deze taalpolitiek die één van de aanleidingen voor de Belgische afscheiding in 1830 zou vormen. Donker had deze problemen niet. Hij was zowel het Nederlands als Frans machtig. Hoewel hij in nauw contact stond met zijn Belgische vakgenoten, zijn er geen aanwijzingen dat hij ooit voor een Belgische rechtbank heeft gepleit.