Lange Voorhout 42

Het is onvermijdelijk. Na het publiceren van je proefschrift stuit je toch op archieven en documenten die je eigenlijk in je onderzoek had willen betrekken. Dit had ik recent bij een kwestie die me tijdens mijn onderzoek intrigeerde, maar waar ik weinig over kon vinden: de scheiding van Dirk Donker Curtius en zijn vrouw Sophia Antoinetta de Salis in 1846.

In mijn proefschrift suggereer ik dat overspel van Sophia de reden kon zijn, omdat dit destijds één van de weinige gronden voor echtscheiding was. Ik opperde de mogelijkheid dat één van de jonge juristen in de club rond Dirk hierbij betrokken was. Concluderen kon ik dat niet. De archieven van alle civiele zaken in Den Haag zijn verloren gegaan bij het bombardement op het Bezuidenhout op 3 maart 1945.

Ik had toen niet gedacht aan de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag. Daar vond ik recent wel de scheidingsakte en na wat verder zoeken ook kopieën van de rechtbankdocumenten. Die vertellen een aangrijpend beeld van een op de klippen gelopen huwelijk.

Dirk en Sophia trouwden op 23 maart 1831. Voor Dirk was dit zijn tweede huwelijk. Het leeftijdsverschil tussen de echtelieden was vijftien jaar. In de archieven is over hun huwelijksleven niets te vinden, totdat het in 1846 dramatisch misgaat. Op 28 april 1846 van dat jaar ontbond de rechtbank in Den Haag het huwelijk. Dirk had deze scheiding op 27 februari aangevraagd, aangezien, zo stelt het vonnis, Sophia ‘zoowel op het buitenverblijf des eischers als in Zijne woning te ’s Gravenhage en elders, bij herhaling overspel heeft gepleegd en dit aan meer dan een persoon heeft beleden’.

Een onthutsend beeld. Sophia is dus meerdere malen vreemdgegaan, zowel in Dirks stadwoning op het Lange Voorhout 42 als op zijn buiten Oud Clingendael. Donker kwam hier zelf achter, doordat Sophia een dagboek bijhield en blijkbaar ook brieven van haar minnaars bewaarde. Hij eiste dan ook onmiddellijke echtscheiding. Mochten de overgelegde papieren niet voldoende zijn, dan kon hij zelfs nog getuigen oproepen die het verhaal zouden bevestigen:

Overwegende dat de Eischer tot bewijs van het beweerd overspel zijner echtgenoote, overleggende eigenhandige dagelijksche aantekeeningen van de gedaagde, brieven van dezelve en brieven van anderen aan haar, heeft geconcludeerd primario dat de Regtbank, op de overgelegde bewijsstukken regtsprekende ten principale, zal verklaren het huwelijk der partijen door echtscheiding ontbonden, en subordinaat, voor het geval dat de regter onvoldoende mogt oordelen het geleverd bewijs, dat hij Eischer zal worden toegelaten tot nader bewijs van de door hem tegen de Gedaagde gestelde daadzaken door getuigen.

Iets verder in het vonnis lezen we in meer detail over Sophia’s handel en wandel:

Overwegende nu dat uit de gezamenlijke overgelegde geschriften in verband beschouwd volledig blijkt dat de gedaagde, zoowel te ’s Gravenhage, de woonplaats der partijen, als op andere plaatsen, waar de gedaagde tijdelijk vertoefde, gedurende de laatste jaren, met onderscheidene manspersonen, die in de gemelde geschriften met enkele letters worden aangeduid, ook wel met name zijn genoemd, liefdehandel heeft aangeknoopt en onderhouden; dat de gedaagde in de gemeenschappelijke woning in de stad en op het buitenverblijf der partijen, terwijl bepaalde voorzorgen werden genomen om ontdekking voor te komen, en ook op andere plaatsen buiten de gemeenschappelijke woning, herhaalde geheime ontmoetingen en bijeenkomsten met de aangeduide manspersonen heeft gehad en zich geheel aan die personen heeft overgegeven; – gelijk de gedaagde met zeer opmerkelijke naauwkeurigheid het ontstaan dier misdadige minnarijen, de voortgang daarvan en hare verschillende gewaarwordingen daarbij, in het dagboek opteekende, en ten duidelijkste heeft aangetoond tot welk uiterste zij is gevallen en dat zij hare huwelijkstrouw heeft ten offer gebracht.

Buitenverblijf Oud-Clingendaal

Het is niet verbazend dat de rechtbank de echtscheiding direct uitsprak. Sophia was hierbij niet aanwezig. Zij had de wijk genomen naar Parijs en liet zich door een advocaat vertegenwoordigen. Op 2 mei werd haar daar in het bijzijn van de Nederlandse gezant Robert Fagel een afschrift van het vonnis overhandigd. Hoe ze hierop reageerde, weten we niet. Sophia’s advocaat liet wel weten dat ze haar schuld niet ontkende. Ook Dirks gevoelens kennen we niet, al laten die zich wel raden. Voor tijdgenoten was de scheiding een dankbaar onderwerp van spot. Leidse hoogleraar Van Assen wist in januari 1845 al van het overspel. In een brief aan Groen van Prinsterer schrijft hij over Sophia: ‘Men zegt dat zij bevrucht is door de vrucht. Er was wat moois van te maken. Zeg het niet voort’.

Ondanks speurwerk ben ik niets meer over Sophia tegengekomen. In 1874 overlijdt ze in het Duitse Boppard aan de Rijn. Met wie ze is vreemdgegaan is dus niet te achterhalen. Het zou één van de jonge juristen geweest kunnen zijn, maar er waren dus meer mannen. Voor het verhaal zou het mooi zijn als Sophia’s dagboek en brieven – waarin dus initialen en namen van haar minnaars staan – nog zouden opduiken. Het vonnis zegt dat deze geschriften

zijn geschreven om geheim te blijven, en alleen tot eigene herinnering en die tegen den wil van de Gedaagde in de magt van den Eischer zijn gekomen, volstrekt alle vermoeden uitsluiten, dat hier tusschen de partijen eenige collusie zoude kunnen bestaan.

Ik maak me geen illusies, waarschijnlijk heeft ze (of Dirk) die na deze smadelijke geschiedenis vernietigd. Maar voor wie me aan die documenten kan helpen, staat hoe dan ook een goede fles wijn te wachten!